Op de ochtend van vertrek naar de rustige, ietwat afgelegen, maar zeker inspirerende locatie, besluit je eerst nog even naar kantoor te gaan voor wat belangrijke mailtjes en om het programma voor de komende twee dagen uit te printen. Onderweg naar de printer spreekt een collega je aan. Het wordt een interessant gesprek, waardoor je volledig de tijd vergeet en opeens haastig moet vertrekken. Nét op tijd voor de check in kom je aan en ben je klaar voor dag één. De ochtend bestaat uit het nader duiden van de verandering door de directie en voor de middag is de ‘zachte kant’ van de verandering ingepland. Ook de volledige tweede dag staat in het teken van de vraag: ‘Hoe krijgen we ze mee?’.
Moeilijk voor te stellen? Ik denk het niet. Op het moment dat je deze column leest zijn er tientallen, misschien wel honderden, misschien zelfs wel duizenden bijeenkomsten aan de gang waar de vraag gesteld wordt hoe toch die ander mee te krijgen in verandering.
Waar gaat dit over?
Stel je nu eens dit voor: je bent een professional in een organisatie. Het is een doodgewone donderdag als je op weg naar de printer je manager tegenkomt. Jullie zijn net lekker in gesprek over een interessant onderwerp, als hij verschrikt aangeeft te laat te komen voor de tweedaagse als hij niet nú vertrekt. ‘We praten gauw verder!’, roept hij nog als hij rennend met zijn rolkoffertje op weg is naar de lift. ‘Is goed!’, en je vervolgt je weg naar de printer. Het eerste blaadje dat je oppakt is het programma van de tweedaagse. Je oog valt op een aantal dik gedrukte woorden: HOE KRIJGEN WE ZE MEE?!
‘Waar gaat dit over?’, vraag je je af. Wat meekrijgen? Waarom meekrijgen? Waarheen meekrijgen? Wie meekrijgen? En dan ineens besef je het: dit gaat over jou. Over jou en over jouw collega’s. Het MT wil jullie meekrijgen. Én ze gaan urenlang overleggen wat daarvoor de beste manier zou zijn. Hoe langer je er over nadenkt, hoe ellendiger je ervan wordt.
Dezelfde verandering, dezelfde vraag. Maar dan vanuit een ander perspectief. Misschien lastiger voor te stellen als je volop bezig bent aan de kant van verandering, vernieuwing en innovatie of aan de kant van leidinggeven en managen. De vraag ‘Hoe krijgen we ze mee?’ is ondertussen zo’n gemeengoed geworden, dat we er niet meer bij stil staan hoe vaak we deze vraag stellen. Maar belangrijker: we staan er ook niet meer bij stil wát we vragen. En nog belangrijker: we vragen ons niet meer af of dit wel de vraag is, die gesteld moet worden.
beste bedoelingen
Ik kan bijna geen bijeenkomst meer bijwonen, zonder dat de ‘hoe-krijgen-we-ze-mee’-vraag langskomt. Laat ik voorop stellen dat dit met de beste bedoelingen gevraagd wordt. Veel van de hoe-krijgen-we-ze-mee-vragenstellers beogen een impactvolle en waardevolle verandering teweeg te brengen. Wat we ons alleen niet realiseren is de andere kant van de vraag. Hoe deze vraag voor de ‘ze’ is en hoe deze vraag uitwerkt. Ga maar een voor jezelf na hoe het voor jou is als iemand anders vraagt hoe krijg ik [vul hier je eigen naam in] mee?. Je zult merken dat deze vraag niet direct leidt tot enthousiasme. Sterker nog, de kans is zeer groot dat je het tegenovergestelde ervaart. Een gebrek aan autonomie en aan gezien worden, het verliezen van energie om zelf in beweging te komen en mogelijk ook opstandigheid of rebellie.
Als ik vertel dat ik geen fan ben van de hoe-krijgen-we-ze-mee-vraag, krijg ik altijd eerst een blik van ongeloof en verwarring. Na enige tijd gevolgd door de reactie: ‘Welke vraag moeten we dan stellen?’ Een logische reactie. We hebben namelijk wel een verandering door te voeren en dat gaat niet vanzelf. Het is ook een vraag waar in mijn optiek geen one size fits all alternatief voor bestaat. Daarom stel ik liever een vraag terug: ‘Wat wil je? Specifiek in jouw organisatie, MT of team?’
Verlangen
Wat er dan uitkomt is waar het echt om gaat. Dat je een groot verlangen hebt om in beweging te komen richting een nieuwe toekomst, maar niet zo goed weet hoe die beweging in te zetten. Dat je potentieel ziet om meer waarde toe te voegen, maar dat jij de enige lijkt te zijn die dat ziet. Dat je je zorgen maakt of de organisatie nog wel bestaansrecht heeft als er geen andere koers wordt gevaren. Dat je het gevoel hebt de verbinding kwijt te zijn met je collega’s. Of dat je gefrustreerd bent, omdat er simpelweg een opdracht ligt die uitgevoerd moet worden en dat niet lukt.
Als je weet wat de oorsprong is van je behoefte, kun je veel bewuster en gerichter de vraag stellen die past bij jezelf, bij de verandering die je voor ogen hebt en bij jouw organisatie, MT of team. En dan kan het zomaar gebeuren dat je het helemaal niet gaat om het meekrijgen of meenemen van de ander.
Het is heel verleidelijk om nu te vragen hoe ik jullie daarin mee krijg, maar die vraag stel ik uiteraard niet. In plaats daarvan heb ik een alternatief. Simpel en hopelijk aanstekelijk:
DOE JE MEE?
Over Elleke van Gelder
Gedreven door de vraag: 'Kan het ook anders?' is drs. Elleke van Gelder multidisciplinair specialist in het domein van sociale innovatie. Met Bureau in CC nodigt ze je uit om te ontdekken hoe vernieuwen en mensgerichtheid hand in hand gaan. 'Anders kijken, denken en doen' zijn daarbij niet slechts opties, maar krachtige leidraden voor innovatie, verandering en vernieuwing.